Het federaal regeerakkoord: impact op de aanvullende pensioenen

Aanvullend pensioen voor zelfstandigen: hervorming van de 80%-regel

De regering wil de verschillende pensioenstelsels voor zelfstandigen (VAPZ, POZ, IPT) harmoniseren en vereenvoudigen. Een belangrijke hervorming in dit kader betreft de 80%-regel, waarbij specifiek wordt verwezen naar de huidige berekening van de Wijninckx-bijdrage. Deze extra bijdrage, die in de toekomst verder zal toenemen, is verschuldigd door de vennootschap bij zeer hoge pensioenopbouw in IPT of groepsverzekering.

De parameters die gebruikt worden voor de berekening van de Wijninckx-bijdrage zijn veel gunstiger dan die in de huidige 80%-berekening. Dit zou kunnen leiden tot een aanzienlijke verhoging van de fiscaal aftrekbare bijdragen in IPT. Echter, bij stortingen tegen het einde van de carrière zal er rekening moeten worden gehouden met een gemiddelde bezoldiging over meerdere jaren. De concrete uitwerking van deze hervorming van de 80%-regel blijft afwachten, gezien eerdere pogingen tot aanpassing niet succesvol waren. Wordt ongetwijfeld vervolgd!

Daarnaast zijn enkele concrete maatregelen opgenomen in het regeerakkoord:

• Vanaf 2026 stijgt de maximale VAPZ-bijdrage van 8,17% naar 8,5% van het netto beroepsinkomen. Dit wordt ook van toepassing op zelfstandigen in bijberoep, die momenteel nog geen toegang hebben tot het VAPZ.

• De taks op premies binnen het POZ wordt vanaf 2025 geschrapt, waardoor deze manier van aanvullende pensioenopbouw aantrekkelijker wordt.

• De verhoging van de minimumbezoldiging naar 50.000 EUR (geïndexeerd) om te kunnen genieten van het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting is geen pensioenmaatregel, maar zal er wel voor zorgen dat geïmpacteerde zelfstandigen meer kunnen opbouwen via de tweede pensioenpijler.

• De solidariteitsbijdrage op pensioenkapitalen stijgt voor het deel van het aanvullend pensioen boven 150.000 EUR dat wordt uitbetaald. Vandaag bedraagt deze bijdrage vaak 2%, naar welk percentage dit wordt opgetrokken is voorlopig nog onduidelijk. In eerdere teksten was er sprake van 4%, dit komt echter niet terug in het akkoord.

Aanvullend pensioen voor werknemers

Voor werknemers wordt de tweede pensioenpijler uitgebreid. Daarbij wordt een minimale bijdrage in groepsverzekeringen vooropgesteld van 3% tegen 2035, inclusief voor contractuele werknemers in de publieke sector. De doelstelling van 3% zal sommigen bekend in de oren klinken, gezien dit ook door vroegere regeringen reeds in hun regeerakkoord werd opgenomen.

Wijzigingen voor zowel zelfstandigen als werknemers

Vandaag geldt er een zeer ruime voorschotregeling in de aanvullende pensioenen. Wanneer iemand wenst te investeren in privé onroerend goed, kan hiervoor eenvoudig een voorschot op het aanvullend pensioen worden opgenomen. De mogelijkheid om een voorschot op te vragen zal in de toekomst beperkt worden tot investeringen in de enige eigen woning.

Het verhoogde pensioensparen zal geïntegreerd worden in het klassieke pensioensparen, dit binnen een budgettair neutraal kader. Ook hier is nog niet duidelijk hoe dit er concreet zal uitzien. Het afschaffen van het fiscaal voordeel voor langetermijnsparen is alvast niet opgenomen in het regeerakkoord.

Daarnaast onderzoekt de regering hoe het fiscale nadeel bij de uitkering van het aanvullend pensioen in de vorm van een rente kan worden weggewerkt. Het is belangrijk om hierbij aan te stippen dat de uitkering van een aanvullend pensioen in regel nog steeds in kapitaal gebeurt, er wordt enkel bekeken om het alternatief van de uitkering in rente fiscaal niet nadeliger te maken.