Nieuws
|
23 oktober 2023

Wat te doen met je interne pensioenvoorziening?

Sinds 2012 is het niet langer toegelaten om als zelfstandige zelf, op de balans van je vennootschap, een aanvullend pensioen op te bouwen. Er lopen echter nog heel wat zogenaamde interne pensioenvoorzieningen die voordien werden opgesteld. In veel gevallen is dit een probleem. We gidsen je graag door de gevaren en opportuniteiten.

Wanneer je een interne pensioenvoorziening hebt, zijn er drie mogelijkheden om hiermee om te gaan.

  1. Je kan de interne voorziening laten staan om later uit te keren.

  2. Je kan het bedrag externaliseren, dit betekent dat de middelen worden overgebracht naar een verzekeraar.

  3. Tot slot kan je de interne voorziening ook terugnemen, dit betekent dat de voorziening opnieuw in de vennootschap belast zal worden.

Behoud van de interne pensioenvoorziening

Wanneer je de interne voorziening behoudt, dan blijft het bedrag bevroren op je balans staan. Dit betekent dat er geen intrest op kan worden toegekend en dat de pensioenvoorziening aan waarde verliest. Bovendien moet jouw vennootschap zelf zorgen voor de verplichte informatieverschaffing aan pensioendatabank Sigedis.

De latere uitkering van een interne voorziening brengt ook een aantal gevaren met zich mee. Er zijn namelijk strikte voorwaarden verbonden aan de voordelige uitkering van een interne voorziening:

  • Alle mandaten binnen de vennootschap moeten worden neergelegd.

  • De 80%-regel moet gerespecteerd zijn.

  • Het wettelijk pensioen moet worden opgenomen.

Indien aan al deze voorwaarden voldaan is, dan kan het kapitaal worden uitbetaald na afhouding van de sociale inhoudingen en 16,5% bedrijfsvoorheffing. Wanneer de voorwaarden niet vervuld zijn, dan kan de fiscus dit als een bezoldiging belasten, waarbij er sociale bijdragen en tot 50% bedrijfsvoorheffing van toepassing zijn.

Externalisatie van de interne pensioenvoorziening

Bij een externalisatie wordt de voorziening overgemaakt naar een verzekeraar in een IPT (individuele pensioentoezegging). Op het moment van externalisatie dient de 80%-regel gerespecteerd te zijn. Aan een externalisatie van de interne voorziening zijn een aantal voordelen verbonden:

  • Vrijstelling premietaks 4,4%: bij een IPT storting is er een taks van 4,4% verschuldigd. Bij de externalisatie van een interne voorziening is dit niet het geval.

  • Een interne voorziening genereert geen intrest gezien de bedragen bevroren worden. Na externalisatie zal de verzekeraar jaarlijks een rendement bieden.

  • Na externalisatie is het geld gevrijwaard van onvermogen van de vennootschap.

  • De bedrijfsvoorheffing op een interne voorziening is 16,5% ten opzichte van 10% na externalisatie indien je actief blijft tot de pensioenleeftijd.

  • Bij een uitbetaling van de geëxternaliseerde voorziening door de verzekeraar zijn er geen verdere vereisten inzake 80%-regel en neerleggen mandaat.

Het nadeel van een externalisatie is dat de gelden verdwijnen uit de vennootschap en er dus een impact is op de cashpositie van de vennootschap.

Wanneer je over voldoende liquide middelen in de vennootschap beschikt, raden wij steeds aan om de interne voorziening te externaliseren. Op die manier ben je zeker dat jouw pensioenvoorziening op een ordentelijke en voordelige manier kan worden uitgekeerd.

Meer weten of advies nodig over jouw verzekeringen? Contacteer dan één van onze experten via info@ld-m.be.

Kent u deze producten al?